Weten wat de hoofdzaken en bijzaken zijn in een stuk dat je speelt.

Belangrijk, toch? Te vaak blijft studeren en spelen steken bij reproduceren. Als er gesproken wordt over muzikale middelen dan verwijst dat naar de manier waarop we (muzikale) klanken kunnen beschrijven: Beschrijven van klank (werkmodel).

Het krijgen van een overzicht 

  • Zijn er duidelijk te onderscheiden overgangen (en daarmee) episodes?

  • Zo ja: hoeveel, en waar beginnen en eindigen ze ongeveer? Deze overgangen noemen we de geledingspunten van een stuk. Teken ze aan in je partituur.

  • Geledingspunten zijn er in gradaties. Breng ze om te beginnen onder in drie categorieën: groot (V), gemiddeld (v), klein ( | )

  • Stel vast met welke muzikale middelen geleding tot stand komt (melodie/harmonie, metrum/ritme, dynamiek, kleur, articulatie)

  • Is er weinig geleding en zijn er dus ook geen duidelijke episodes? In dat geval kan er sprake zijn van geleidelijk verlopende muzikale processen

  • Is er sprake van verandering? Zo ja, met welke muzikale middelen en in welke mate?

  • Zijn er bepaalde patronen te herkennen in de veranderingen? Zo ja, hoe en met welke muzikale middelen?

  • Als er sprake is van geleidelijke veranderingen hebben die veranderingen dan ook een bepaald doel?

  • Worden er zaken toegevoegd, weggelaten of blijft het gebruikte materiaal gelijk?

  • Wat kun je zeggen over het spanningsverloop?

  • Als er sprake is van toename of afname van spanning, met welke muzikale middelen wordt dat dan bereikt?

  • Beweegt de muziek ergens naartoe of ergens vandaan?

  • Is er sprake van herhaling?

  • Zo ja: waar, op welke manier en met welke middelen?

  • Is er sprake van directe herhaling of herhaling op afstand?

  • Wat kun je zeggen over tijdsintervallen tussen herhalingen?

  • Is er sprake van contrasten?

  • Zo ja: waar ongeveer, hoe groot en met welke middelen?

  • Is er sprake van variatie?

  • Zo ja: hoe en met welke middelen?

  • Wat kun je zeggen over de textuur (verhouding tussen stemmen: polyfoon, homofoon, heterofoon, …)?