We beperken ons tot de relatie tussen westerse dans en (kunst)muziek. In die zin vinden we de eerste gedocumenteerde muziek en choregrafie in de Renaissance, vanaf 1550. Belangrijk is het verschil tussen muziek om op/bij te dansen zoals een wals of een ballet, en door dans geïnspireerde muziek, zoals in suites van Bach, of mazurkas en walsen van Chopin.

In de Renaissance zien we de publicatie van verzamelingen dansen, zoals “Terpsichore” door Michael Praetorius, in de vorm van Suites. De Suite als verzameling dansen wordt voortgezet tot het einde van de barok (ca. 1750). Typische dansen: allemande, sarabande, courante, gigue, pavane, gaillarde, menuet, etc. Vanaf de negentiende de eeuw wordt de term suite ook gebruikt voor andere soorten stukken dan dansen, bijvoorbeeld uit een opera, ballet of toneelmuziek.

In algemene zin is het relevant het onderscheid te maken tussen groepsdansen en stijldansen (voor 2 personen: dame en heer). De laatste vorm (ballroom dansen) komt op in de 19e eeuw. Groepsdansen komen veel voor als zogenaamde hofdansen in de late renaissance en de barok. Groepsdansen in de zin van volksdansen laat ik in deze context buiten beschouwing.

https://doi-org.access.authkb.kb.nl/10.1093/gmo/9781561592630.article.45795 (KB)

https://doi-org.nlhhg.idm.oclc.org/10.1093/gmo/9781561592630.article.45795 (Hanze)

Overzichtsartikel in Oxford Music Online over Dance:

https://doi-org.access.authkb.kb.nl/10.1093/gmo/9781561592630.article.45795 (KB)

en ook interessant: Overzichtsartikel uit Oxford Music Online: met name over de periode 1630-1730.

https://doi-org.access.authkb.kb.nl/10.1093/omo/9781561592630.013.90000382192 (KB)

https://doi-org.nlhhg.idm.oclc.org/10.1093/omo/9781561592630.013.90000382192 (Hanze)