Komt in twee betekenissen voor:

  1. Een harmonische betekenis: die zetting van een akkoord waar de laagste stem (de bas) een andere toon dan de grondtoon heeft.
  2. Een contrapuntische betekenis: het presenteren van een thema in de omkering, waarbij de bewegingsrichting wordt verwisseld; stijgend wordt dalend, dalend wordt stijgend.
  3. De tweede betekenis vinden we ook in de reeksbehandeling van de Dodecafonie (twaalftoonsmuziek).

Zie ook Grondligging.