Als we het hebben over de harmonische dimensie van muziek zoomen we (bij de analyse van muziekwerken) meestal in op de toonhoogteverhoudingen. De Engelse taal biedt daarvoor een mooie term: Pitch system of Tone system. Voor het zichtbaar maken van (toonhoogte)patronen wordt vaak de toonvoorraad gekoppeld aan een geordende octaafindeling, vaak benoemd als toonladder.

Bij de harmonische dimensie kijken we primair naar verticale toonhoogtepatronen/toongroepen en secundair hoe deze in de tijd worden verbonden (stemvoering). Kijken we naar de melodische dimensie dan is dat andersom.

Natuurlijk is metrum en ritme belangrijk bij harmonie, denk aan harmonisch ritme, zware en lichte maatdelen. Ook zijn de onderwerpen intonatie, stemming en temperament van belang bij dit onderwerp.

In de westerse muziekgeschiedenis zijn tot op heden modale en tonale systemen (met veel varianten) meer regel dan uitzondering. De vergelijkende musicologie of muziekwetenschap houdt zich ook bezig met vergelijking van toonsystemen van diverse culturen.

In de loop van de westerse muziekgeschiedenis zien we (in heel grove lijnen) de volgende systemen of benaderingen: In de 20e eeuw zijn er componisten die pitch-systems tot een kenmerk van hun persoonlijke stijl maken (Stravinsky, Bartók, Debussy, Messiaen, )

  • Modaliteit (kerktoonsoorten)
  • Tonaliteit (majeur-mineurtonaliteit in diatonische, chromatische en enharmonische varianten)
  • Twaalftoons-tonaliteit (Bartók)
  • Hervonden modaliteit (Fauré)
  • Variabele octaafindelingen (Debussy)
  • Vernieuwde modaliteit (Messiaen’s modes á transpositions limitées)
  • Vrije atonaliteit (Schoenberg)
  • Octatonische harmonie/tonaliteit (Rimsky-Korsakov, Stravinsky, Pijper )
  • Hervonden diatoniek (Pärt)
  • twaaltoonsmuziek of dodecafonie

Zie ook:HARMONIE Zie ook: Melodische dimensie

NB Belangrijke naam: Dmitri Tymoczko - A Geometry of Music: Harmony and Counterpoint in the Extended Common Practice.