Analytisch luisteren draait om het doen van feitelijke waarnemingen over muziek. Luisterend, maar ook lezend/analyserend.

Op deze manier kunnen patronen in muziek worden onderkend en benoemd, en onderliggende principes worden opgespoord.

Om waarnemingen systematisch te ordenen is een koppeling met muzikale deelgebieden of Muzikale parameters aan te raden.

De volgende vragen kunnen daarbij worden gesteld:

TOONHOOGTE (MELODIE, HARMONIE)

  • toonvoorraad: wel of geen toonsoort, modus, …?
  • omvang: ≤ octaaf, > octaaf, meerdere octaven?
  • melodie/melodievorming: stapsgewijs, sprongsgewijs, frasering (groepering), lengteverhoudingen …?
  • harmonie: tonaal, modaal, atonaal, vrij tonaal, pentatonisch, …?
  • opbouw van de samenklanken: intervalcombinaties, drieklanken, septiemakkoorden, clusters, klankvelden, multichords, …?

TOONDUUR (MAAT, METRUM, RITME)

  • wel of geen puls? 
  • indien geen puls, wel patroonvorming (prosodie, versvoeten, …)? 
  • tweedelig, driedelig?
  • enkelvoudig, samengesteld?
  • regelmatig - onregelmatig?
  • accenten?

TOONSTERKTE (DYNAMIEK)

  • weinig - veel verandering in: luid-zacht, cresc. - decresc., terassendynamiek, …?

TOONKLEUR (TIMBRE)

  • instrumentatie?
  • helder - donker, scherp - rond, …?
  • heterogeen - homogeen ?

TOONLENGTE (ARTICULATIE)

  • staccato, portato, legato, …?
  • beklemtoning/prosodie (zwaar/licht)?

Zie ook Luisterhoudingen