Analyse van muziek moet aansluiten bij de manier waarop het menselijk brein waarneemt, patronen scant, structureert en uit waarnemingen principes afleidt. Voor visuele waarneming zijn de principes uit de Gestaltpsychologie belangrijk. Deze principes zijn ook zeer bruikbaar voor de auditieve waarneming. Ook in muziek zijn Patronen en principes essentiële aanknopingspunten om te leren en te verstaan.
Muziek is zo’n divers verschijnsel dat we voor het analyseren ervan bijna nooit kunnen volstaan met slechts één benadering of techniek. Vanuit dat geven ligt een eclectische benadering voor de hand. Dat wil zeggen dat we uit verschillende methoden en technieken een keuze maken die het best past bij de muziek die ter analyse voorligt. Maar kunnen we dat al weten voordat we iets hebben geanalyseerd? Want “de sleutel ligt in de (afgesloten) brievenbus…“
…
Losse opmerkingen:
⇒ Nicolas Cook, Dunsby & Whitall, history of western music theory (CHO) Analysis (OMO)
Erpf/Schmitz Schenker/Salzer LaRue Pitchclass-set-analyse (Allen Forte) Harmonische analyse van majeur-/mineurtonaliteit in de periode 1680-1810 romantische harmonie en tonaliteit (vanaf 1810) vrij atonale muziek: Allen Forte atonale / seriële muziek: George Perle, elektronische muziek? neo-tonale muziek post-tonale muziek Joel Lester - Analyic Approaches to 20th Century Music Jim Samson - Music in Transition … Music Information Retrieval: Sonic Visualizer (Centre for Digital Music, Queen Mary University of London) Digital Musicology: music 21, Michael Scott Cuthbert Romantische harmonie / Neo-Riemannian Harmony / Pantriadic Harmony: Cohn, Lehmann, Levine, Clark (Schubert), Samson (Chopin) Wiskunde en muziekanalyse: David Lewin, Allen Forte, Dmitri Tymoczko,