De Chaconne heeft een lange geschiedenis, die teruggaat naar de late 16e eeuw in de Spaanse Zuid-Amerikaanse koloniën. Een geschiedenis die doorloopt tot in de 20e eeuw (Ravel, Schoenberg, Bartók, e.v.a. De chaconne werd aanvankelijk omschreven als een als een danslied van slaven, bedienden en mensen uit de autochtone bevolking. In de vroege 16e eeuw werd het de meest populaire Spaanse dans, naast de zarabanda. De eerste genoteerde versies komen uit Italië, maar het concept verpreidde zich door heel Europa. Het raamwerk wordt gevormd door een (eenvoudige) akkoordopeenvolging. De maatsoort is bijna altijd driedelig.
Soms wordt de chaconne als synoniem gebruikt van passacaglia. Zorgt voor verwarring. De enige duidelijk overeenkomst tussen beide is dat ze opgebouwd zijn uit groepen maten (2, 4, 8 of zelf 16 maten), waarbij steeds een cadens de (tijdelijke) afsluiting vormt. Het is daarmee een typische rijvorm.
https://doi-org.nlhhg.idm.oclc.org/10.1093/gmo/9781561592630.article.05354 (Hanze)
https://doi-org.access.authkb.kb.nl/10.1093/gmo/9781561592630.article.05354 (KB)
Zie ook Passacaglia