In de laat antieke tijd en de (vroege) middeleeuwen werd hoger onderwijs gegeven volgens een ordening in zeven “vrije kunsten”. Deze zeven vrije kunsten zijn ondergebracht in trivium en quadrivium. In het trivium vinden we de aan taal gerelateerde kunsten grammatica, dialecta en retorica. In het quadrivium de meer exacte/rekenkundige kunsten aritmetica, astronomia, geometria en musica. Het bijvoeglijk naamwoord “vrij” verwijst naar een achterliggend ideaal: mensen opleiden tot vrije burgers.
Zie ook Taal (functies van).
TRIVIUM
- Grammatica
- Retorica
- Dialectica
QUADRIVIUM
- Aritmetica
- Astronomia
- Geometria
- Musica
De onderstaande afbeelding komt uit het
