Een vorm van Contrapuntische muziek waarbij de eerste helft van de 18e eeuw en in het bijzonder het werk van Johann Sebastian Bach als het gouden tijdperk wordt bestempeld. De term kan verwijzen naar een compositorische/contrapuntische schrijfwijze, maar wordt later ook gebruikt om het compositiegenre fuga aan te duiden. Het is een ‘containerterm’: de term wordt gebruikt sinds de veertiende eeuw tot op heden. Aanvankelijk met het etiket caccia of chace voor muziek met toepassing van canonische imitatie. Tussen de middeleeuwen en de late barok ontstaat er een groot aantal genres dat van deze techniek gebruik maakt: Ricercare, canzona, capriccio, fantasia, motet… De eerste stemmenronden van thema-inzetten wordt in het algemeen Expositie genoemd. Dezelfde term die gebruikt wordt voor het eerste vormdeel van de sonatevorm.

Hoe een fuga “moet” verlopen wordt (voorzover mij bekend) alleen voorgeschreven in de zogenaamde schoolfuga (Fugue d’école) zoals die onderwezen werd (wordt?) aan het Parijse Conservatorium.

https://doi-org.access.authkb.kb.nl/10.1093/gmo/9781561592630.article.51678 (KB)

https://doi-org.access.authkb.kb.nl/10.1093/gmo/9781561592630.article.51678 (Hanze)