Een benadering van toonhoogte als een virtuele ruimte. Vooral bekend door het boek van Fred Lerdahl - Tonal Pitch Space.
Daarnaast wordt het begrip ook gebruikt in Neo-Riemannian Harmony, waarbij de toonruimte wordt weergeven als een raamwerk van op elkaar betrokken reine kwinten, en grote en kleine tertsen. Dit wordt ook wel een Tonnetz (Duits) genoemd.
Driehoeken vormen een grote of kleine drieklank; akkoordprogressies van drieklanken kunnen worden weergegeven als bewegingen over dit raamwerk.