Is te zien als een overzicht of een “kaart” van een kennisgebied of kennisdomein. Zo’n schema is een weerspiegeling van concepten en hun relaties. Zie ook Patronen en principes, Concept, Concept Map.

Complexiteit

Concepten en patronen variëren in complexiteit en detaillering. Als het gaat om muziek kun je verschillende globale complexiteitsniveaus van concepten onderscheiden. Ik maak hier een (arbitraire) keuze voor drie:

  1. Elementaire verschijnselen of concepten, zoals: akkoord, toonladder, modus, interval, toonsoort, voortekening, alteratie, (onvolkomen) consonant, dissonant, herhaling, variatie, contrast, vormprincipes, vormmiddelen, vormkarakters, structuur, textuur, liedvorm, fraseringspatroon (period, sentence)…
  2. Complexe verschijnselen of concepten, zoals: vormtypen (sonate, fuga, motet, …), cadensvormen, harmonische functies, relatie melodie en begeleiding, harmonisch schema,  meerstemmige zettingen, modulatie, reeksvorm, consonantie, dissonantie, expressiviteit , voordracht, spanningsopbouw, , thema, motief, imitatie, beantwoording, …
  3. Overkoepelende concepten/systemen, zoals: tonaliteit, modaliteit, polyfonie, atonaliteit, vrije atonaliteit, zwevende tonaliteit, historisch tijdvak, stijlperiode, oeuvre van een componist; maar ook: analysetechnieken, beschouwende systemen over muziek zoals (muziek)psychologie, esthetiek, uitvoeringspraktijk…