Een muzikaal fragment waarin sprake is van solo “sprekend zingen” of “zingend spreken” in een vertellende rol. De begeleiding is meestal spaarzaam en heeft een basso-continuo karakter. De ritmiek is redelijk vrij en zoekt aansluiting bij het spreekritme van de tekst. Het verschijnsel heeft zich ontwikkeld in de vroege barok vanuit de opera. Vanuit de opera werd het recitatief overgenomen in de context van cantates en oratoria. Lange tijd vormde het recitatief een twee-eenheid met de aria (zoals dat op een andere manier het geval was met preludium en fuga). Een recitatief kan ook fragmenten bevatten die het sprekende/vertellende karakter doorbreken en dus meer lijken op het zingen in een aria. Daarom wordt bij die fragmenten vaak de aanduiding arioso gebruikt.