Een westers systeem voor ritmische notatie, toegeschreven aan Franco van Keulen (fl. 12e eeuw).

Voordien werd een systeem van ritmische modi gebruikt voor patronnen van “lange” noten (longa/longae of L) en “korte” noten (brevis/breves of B).

In het nieuwe systeem zijn drie sleuteltermen bepalend:

  1. Modus
  2. Tempus
  3. Prolatio: perfect (in 3) en imperfect (in 2)