Een gealtereerd akkoord dat ten opzichte van een andere trap dan I functioneert als dominant. Dat wordt vaak gedaan door het toevoegen van extra of kunstmatige leidtonen. Er wordt dan een chromatisch element aan de toonsoort toegevoegd. Binnen een toonsoort kunnen de trappen V en VII (en hun uitbreidingen en varianten) gebruikt worden als vertegenwoordigers van de dominantfunctie.
Al deze vormen zijn in principe ook te gebruiken als tussendominant.
Tussendominanten werken als ze gericht zijn op een grote of kleine drieklank op een andere trap dan I.
Zie ook: