Een lange aangehouden noot meestal in de bas waarboven de andere stemmen bewegen. Een afwisseling van spanning en ontspanning ontstaat doordat de bas afwisselend wel en niet deel uitmaakt van de bovenliggende harmonieën. Beroemd voorbeeld fuga Brahms Deutsches Requiem: “Die gerechten Seelen…” Een orgelpunt kan ook voorkomen in bovenstemmen (zie Requiem Duruflé: Lux Aeterna; Requiem aeternam op reciteertoon c). In middeleeuwse muziek was het gebruikelijk om een finalistoon te laten doorklinken tijdens het hele muziekwerk, soms samen met de kwint en octaaf (1-5-8). Dan wordt gesproken van een Bourdon (Eng. Drone) Zie als voorbeeld Dufay -Saltarello.
Tegenwoordig wordt het principe ook nog wel gebruikt in volksmuziek, waarbij van bijvoorbeeld instrumenten als een doedelzak of een draailier gebruik wordt gemaakt, of strijkinstrumenten waarbij open snaren als toegevoegde toon worden gebruikt (in zogenaamde “reels”, bijvoorbeeld).
Zie ook: Textuur
https://doi-org.nlhhg.idm.oclc.org/10.1093/gmo/9781561592630.article.21181 (Hanze)
https://doi-org.access.authkb.kb.nl/10.1093/gmo/9781561592630.article.21181 (KB)