In modaal-tonale context duidt dit vooral op de eerste en vijfde toon van de geldende ladder. Mesquita en Vogt (Gehörbildung) spreken van een Achsenton. Het zijn “sterke” tonen van een tonaliteit of toonsoort.
In relatie tot de partimento-praktijk is ook de vierde toon van de ladder belangrijk.
De octaafindeling 1-4-5-8 is symmetrisch. Deze 4 tonen kunnen ook als ankertonen van een tonaliteit beschouwd worden, ze representeren de functies tonica, subdominant en dominant.
In de Regel van het Octaaf (Rule of the Octave) wordt de ladder onderverdeeld in een pentachord ( 1-2-3-4-5) en tetrachord (5-6-7-8).
Stapsgewijze beweging van de baslijn keert echter ook terug in diverse partimentopatronen, bijvoorbeeld:
- de Prinner (dalend tetrachord (4-3-2-1) in de baslijn
- de zogenaamde “phrygische” cadens die gebruikt wordt als Halfslot (8-7-6-5)
- de zogenaamde Romanesca, stepwise.
Zie ook PARTIMENTO.