Zie ook Herstel van de pedagogische dimensie. Een zeer lezenswaardig boek van Dolf van den Berg.

In vroeger tijden was het een goede gewoonte om op lerarenopleidingen aandacht te besteden aan ten minste drie gebieden in hun onderlinge samenhang:

  • methodiek (werkwijze op basis van een weldoordachte manier van handelen om een bepaald doel te bereiken)
  • didactiek (de kunst van het onderwijzen; begeleiden bij stappen die worden gemaakt tijdens een leerproces)
  • pedagogiek (leer van de opvoeding; begeleiden bij opvoeding, persoonlijke ontwikkeling en ontplooiing)

In het huidige onderwijsklimaat lijkt de pedagogische dimensie zo goed als verdwenen te zijn. De laatste decennia ligt vanaf het prille begin van de basisschool de focus op lezen, schrijven, rekenen en toewerken naar de cito-toetsen of andere meetinstrumenten die het advies voor de middelbare schoolopleiding beweren te onderbouwen. Het meten = weten paradigma waart als een virus rond en heeft een epidemische, misschien wel pandemische vorm aangenomen.

Echter: niet alles in het leven laat zich vangen in statistische overzichten. Ervaringen van schoonheid en troost, liefde en geluk, rouw en verlies bijvoorbeeld. Een bijverschijnsel van dit paradigma is dat zaken die zich niet of heel moeilijk laten kwantificeren uit beeld verdwijnen als niet ter zake doende of, erger nog, dat het bestaan ervan wordt ontkend, omdat ze zich niet laten vangen in getallen.

Zogenaamde “volgsystemen” eisen onevenredig veel tijd van leerkrachten, en zitten hen dwars bij wat ze ten diepste willen zijn: begeleider in de ontwikkeling van leerlingen als mens, strevend naar het langzamerhand ontwikkelen van een zo stabiel mogelijke geïntegreerde persoonlijkheid, met een oog voor de talenten die ieder kind bezit. Dat zijn de belangrijkste voorwaarden om in het leven staande te kunnen blijven en zich als mens te kunnen ontplooien, samenlevend met anderen.