Een term die verbonden met de praktijk van het contrapunt-onderwijs, meer specifiek het Modaal contrapunt.

In de benadering van bijvoorbeeld Johann Joseph Fux (en later door Knud Jepesen) worden verschillende “soorten” of stadia onderscheiden:

  • 1 tegen 1 (alleen consonanten)
  • 2 of 3 tegen 1 (dissonanten als doorgangs- of wisseltoon)
  • voorbereide dissonanten
  • etc.

Kwart- en kwintpatronen

Daarnaast wordt in de context van modi gesproken over “species of fifth” en “species of fourth”.

Dit verwijst naar de verschillende mogelijke (diatonische) invullingen van het pentachord 1-2-3-4-5, en het tetrachord 5-6-7-8 van elke modus. Dit wordt in de literatuur meestal weergegeven in de vorm van T- & S-patronen (Tonus & Semitonus):

Bron: Modal Counterpoint - Peter Schubert

De nummering is in lijn met die van de modi: 1. dorisch, 2. frygisch enz. De kwintpatronen op d en a zijn gelijk, krijgen beide nr. 1. Hetzelfde geldt voor kwintpatronen op g en c, krijgen beide nr. 4 . Dezelfde systematiek wordt aangehouden voor kwartpatronen: daarvan zijn er logischerwijze maar drie in plaats van vier.

Zie in dit verband ook de oefeningen voor diatonische toonladderpatronen op skole.nl: https://skole.nl/index.php?option=com_content&view=category&id=154&Itemid=515&lang=nl-nl