Een fenomeen dat verbonden is met de (natuur)hoorn en de Boventoonreeks.
De naam is een beetje verwarrend; het gaat niet om kwinten, maar een combinatie van intervallen uit de natuurtoonrij, warvan er slechts één een kwint is.
De bovenstem speelt de harmonischen 8-9-10-11-12-11-10-9-8.
De onderstem speelt de harmonischen 5-6-8-9-10-9-8-6-5.
In de 18e en 19e eeuw was dit een “muzikaal gebaar” dat tot doel had een indruk van landelijkheid op te roepen. Het past dan ook uitstekend in muziek met een pastoraal karakter. Charles Rosen verwijst naar dit fenomeen met de term “Horn call”.
.
De (overbekende) sonate in C majeur van Scarlatti (K 159) is gebaseerd op een “horn call”.
https://open.spotify.com/track/2jUwpkL6ybREn0A68p4zfD?si=3bc43265440345b7
Een oude opname van Michelangeli.